Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [Namelijk] nadat [21]de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt. 21. Deze gelijkenis wordt genomen van het houden der bruiloften in dien tijd, waarvan breder te zien is Matth.25:1, enz.